Uit onderzoek in de Verenigde Staten is gebleken dat tandartsen ongeveer 50% van hun omzet halen uit behandelingen waarbij gebruik wordt gemaakt van lichtuitharding (directe en indirecte restauraties). In Europa zal dat niet veel anders zijn. Daarom is dit onderwerp wel de nodige aandacht waard: welke polymerisatielamp gebruik ik en hoe hanteer ik de lamp?
Toen composieten net op de markt verschenen, werden ze nog uitgehard met chemische producten. Maar al snel ontdekte men dat lichtuitharding een betere methode was. Sindsdien zijn er veel ontwikkelingen geweest. Eerst werd uv-licht vervangen door blauw licht en inmiddels zijn we zover dat het licht direct geproduceerd wordt met behulp van ledchips. Maar de vraag blijft of lichtuitharding wel de aandacht krijgt die het verdient.
Het uitharden van een composietvulling lijkt zo makkelijk. Veel collega’s lijken het zelfs zo eenvoudig te vinden dat ze er weinig om geven. Meestal laten ze dat deel van de behandeling over aan hun assistenten. Maar je kunt bij lichtuitharding nooit aan de buitenkant zien of het goed gelukt is. Het composietoppervlak zelf is immers altijd hard, maar hoe het er daaronder uitziet, heeft veel invloed op het langetermijnresultaat van een restauratie.
Voor betrouwbare uithardingsresultaten zijn twee aspecten van belang:
De uithardingsresultaten hangen af van een combinatie van deze twee factoren.
1. De juiste hantering van de polymerisatielamp
Controleer voor u begint of de polymerisatielamp in goede staat verkeert en goed werkt. Zorg dat er geen vuil op de lens zit. Gebruik altijd een beschermhoes als u het apparaat gebruikt bij een patiënt.
Het kan nuttig zijn om het lichtrendement regelmatig te testen met behulp van een in de handel verkrijgbare lichtmeter (bijv. een ledstralingsmeter, Efos, of apparatuur van de fabrikant van uw polymerisatielamp). Deze apparatuur levert vaak wel onnauwkeurige metingen op en kan de klinische situatie meestal niet goed nabootsen. De gemeten waarden zeggen dan ook weinig over de daadwerkelijke intensiteit van het licht. Dergelijke apparatuur kan wel helpen bepalen of de lichtopbrengst nog constant is: als de waarde iedere week ongeveer gelijk is, geeft dat aan dat het lichtrendement van het apparaat niet is veranderd.
Om het volledige lichtrendement voor de polymerisatie te kunnen benutten, is de positie van de lens van de polymerisatielamp heel belangrijk. Als de afstand tussen het composietmateriaal en het oppervlak van de lens te groot is, gaat er veel energie verloren. Hetzelfde geldt voor belichting met een hoek ten opzichte van het oppervlak (in plaats van parallel eraan).
Ook wiebelen met de polymerisatielamp tijdens de uitharding kan veel invloed hebben op de hoeveelheid energie die wordt toegediend. Dat effect is tegenwoordig nog veel groter, omdat de huidige lampen zo sterk zijn dat er veel korter belicht hoeft te worden. In de meeste gevallen verloopt alles prima, maar als er door een verkeerde belichtingsrichting een paar seconden aan licht verloren gaat, kan dat al ernstige gevolgen hebben. Stabiliseer daarom altijd de zijkant van de polymerisatielamp met uw vinger en houd de lamp gedurende het hele polymerisatieproces goed in de gaten. De meeste gebruikers kijken weg bij het belichten. Dat is een begrijpelijke reactie, aangezien het niet goed is om zonder oogbescherming rechtstreeks in het felle, blauwe licht te kijken. Om te zorgen dat u het operatiegebied goed in de gaten kunt houden, raad ik aan om een veiligheidsbril of lichtschermpje te gebruiken om uzelf, en liefst ook de patiënt en de assistent, te bescherming tegen het licht.
Hoe lang moet de polymerisatie uiteindelijk duren? Dat hangt af van het lichtrendement en de vereisten van de composiet. Als u bijvoorbeeld 15 joules aan energie wilt behalen met behulp van een polymerisatielamp die 1.000 mW voortbrengt, dan is de berekening als volgt:
15 sec. x 1000 mW/cm² = 15000 mJ (millijoules) = 15 joules/cm².
De energietoevoer is een product van de tijdsduur en het vermogen van de polymerisatielamp in mW. In dit geval zou ik liever 20 seconden uitharden. Zo creëert u een veiligheidsmarge en weet u dus zeker dat u goed zit.
Een sterke polymerisatielamp kan een bepaalde hoeveelheid warmte produceren, zelfs als hij is voorzien van leds. Uit onderzoek is gebleken dat daardoor vooral de gingiva gevaar loopt. Daarom moet de gingiva liefst niet worden belicht, of in elk geval zo kort mogelijk. Het is aan te raden om uit te harden met meerdere korte uithardingsintervallen in plaats van één lang interval. Een uitharding van een paar seconden, met telkens korte onderbrekingen tussen de uithardingsintervallen, kan hitteletsel aan de gingiva voorkomen.
2. Het kiezen van de juiste polymerisatielamp
Ten eerste is de lichtintensiteit van de polymerisatielamp heel belangrijk. Bij de ontwikkeling van onze serie VALO™-polymerisatielampen, waaronder ook de VALO™ Grand, hebben wij ervoor gezorgd dat ze hoogwaardig licht met een hoge intensiteit voortbrengen, zodat ze geschikt zijn voor het uitharden van alle tandheelkundige materialen.
[gallery ids="321,322" type="rectangular"]
De VALO-polymerisatielampen kunnen worden ingesteld op 1000, 1400 of 3200 mW/cm², met uitzondering van de VALO Grand-polymerisatielamp die de standen 1000, 1600 en 3200 mW/cm² heeft. Op die manier komen de polymerisatielampen niet alleen tegemoet aan de verschillende vereisten voor de uit te harden materialen, maar ook aan de verwachtingen van gebruikers.
Niet alle polymerisatielampen hebben licht met een breedbandspectrum voor lagere golflengten waarmee composieten met andere foto-initiatoren dan kamferchinon optimaal kunnen worden uitgehard. Bij zowel de VALO- als de VALO Grand-polymerisatielamp is de kop voorzien van vier ledchips in drie verschillende golflengten, voor een bereik van 385-515 nm. Daarmee kunnen alle lichtuithardende tandheelkundige materialen worden uitgehard.
Zoals eerder al genoemd, is de positie van de kop belangrijk om ervoor te zorgen dat de energie op de juiste plaats terechtkomt. De ruimte tussen het gebit en de mondopening is vaak nauwer dan u zou willen en een lichtgeleider met een hoek van 45° kan eigenlijk nauwelijks parallel op het occlusale vlak van een molaar worden geplaatst. De VALO- en VALO Grand-polymerisatielampen hebben geen lichtgeleider. De polymerisatielamp is voorzien van een kop met een laag profiel waar het licht direct uitkomt in een hoek van 85°. Op die manier hoeft de mond maar een klein stukje te worden geopend. Daar word ik altijd blij van als ik kinderen of oudere patiënten behandel.
Het licht van de polymerisatielamp moet zowel gecollimeerd als homogeen zijn: gecollimeerd om bij uitharding over een afstand van enkele millimeters zo min mogelijk vermogen kwijt te raken en homogeen om te zorgen dat het hele composietoppervlak in aanraking komt met dezelfde lichtkwaliteit. De speciale lenzen van zowel de VALO- als de VALO Grand-polymerisatielampen voldoen hieraan.
Daarnaast moet een polymerisatielamp praktisch zijn om mee te werken. Behuizingen van plastic kunnen in de dagelijkse praktijk makkelijk breken. Het is bijzonder vervelend als een apparaat kapotgaat. Bij het reinigen en desinfecteren van het apparaat zijn naden en ventilatieopeningen heel lastig. Daarom bestaan de polymerisatielampen VALO en VALO Grand uit één massief stuk aluminium met een krasbestendige coating. Het metaal dient ook als koelelement, waardoor geen ventilator nodig is.
Bij polymerisatielampen met batterijen is het vaak de vraag of ze wel voldoende zijn opgeladen. Bij het ontwikkelen van de VALO Cordless-polymerisatielamp hebben we dit opgelost door gebruik te maken van kleine, oplaadbare lithium-ionbatterijen. Er zijn twee sets batterijen meegeleverd, zodat er altijd een set kan worden opgeladen in de losse oplader. Ze kunnen dan zo nodig snel worden vervangen. Dat is meestal niet vaker dan één keer per week.
Uit economisch en praktisch oogpunt vind ik het ook belangrijk om de keuze te hebben uit verschillende lenzen voor de VALO- en VALO Grand-polymerisatielampen. Ik maak vaak gebruik van de PointCure™-lens, waar restauraties snel tijdelijk mee kunnen worden gefixeerd. Zo kan ik overtollig cement verwijderen voor de definitieve uitharding van het bevestigingsmateriaal. Het is ook mogelijk om deze lens op het uiteinde van een lichtgeleidende glasvezelstift te zetten om die eerst te stabiliseren voor wordt begonnen met de stompopbouw.
[gallery ids="319,320" type="rectangular"]
Tijdens een symposium in Halifax in mei 2014 werden onder leiding van prof. dr. Richard Price belangrijke aspecten van lichtuitharding besproken. Een verslag van de belangrijkste standpunten is online in te zien via www.jcda.ca/article/e61.
De meeste tandartsen zijn het erover eens dat het slagen van de bulkfilltechniek vooral afhangt van de lichtuithardingsprocedure. Als een dikke laag composietmateriaal in één keer moet worden uitgehard, is een betrouwbare polymerisatielamp met een hoog vermogen essentieel. Veel tandartsen twijfelen of hun polymerisatielampen dat wel aankunnen. Dit blijkt uit een enquête van Clinicians Report in de Verenigde Staten: 34% van de ondervraagde tandartsen maakte weliswaar gebruik van de bulkfilltechniek, maar slechts 14% waagt het om ook echt tot een diepte van 4 mm uit te harden (bron: Clinicians Report, dec. 2014). Ik raad het af om lagen uit te harden van meer dan 4 mm dik.
Met vriendelijke groeten,
Dan Fischer
Over dr. Fischer
Dr. Dan Fischer is de oprichter en CEO van Ultradent Products, Inc., een toonaangevende fabrikant op het gebied van hoogwaardige tandheelkundige materialen, apparatuur en instrumenten, met een geschiedenis van 40 jaar op het gebied van innovatie en kwaliteit. Producten van Ultradent Products worden door tandartsen, orthodontisten, groepspraktijken, tandtechnische laboratoria, overheidsinstellingen en universiteiten over de hele wereld gebruikt. De missie van Ultradent Products is het verbeteren van de mondgezondheid wereldwijd. Ga voor meer informatie naar ultradent.com/nl.
Klik hier voor meer informatie over de VALO famile.